-
1 deel
I 〈 het〉2 [aandeel] share3 [boekdeel] volume♦voorbeelden:één deel zwavel op één deel salpeter • one part (of) sulphur to one part (of) saltpetrede edele delen • the vital partsvoor een groot deel • to a great extentvoor het grootste deel • for the most parteen hoorspel in zeven delen • a seven-part radio playsonate in drie delen • a sonata in three movementsten dele • partly, in partdeel aan iets hebben • have a share in somethingzijn deel inbrengen • do one's fair shareelk zijn deel • to each his ownpart noch deel aan iets hebben • have no share in somethinghet viel hem ten deel • it fell to himII 〈de〉1 [planken vloer] wooden floor3 [dorsvloer] threshing-floor
Перевод: с нидерландского на английский
с английского на нидерландский- С английского на:
- Нидерландский
- С нидерландского на:
- Все языки
- Английский
- Французский